Terug
Of het nu gaat om het reinigen en opslaan van de kleding, het maken van de Smoorfrêter of van de insignes, we zijn wel afhankelijk van al onze vrijwilligers. Want zonder hen zou het carnaval een totaal andere gestalte hebben. Op deze pagina's proberen we een beknopt overzicht te geven van de vele werken waar deze mensen hun kostbare tijd aan opofferen en natuurlijk de toewijding die ze hierbij hanteren.
Het maken van het insigne start met een grafisch ontwerp dat gethematiseerd is op het motto van het lopende jaar. De laatste jaren is het Sebastian Broos die de carnavaleske ontwerpen maakt. Dit ontwerp, wat de basis is van het insigne, gaat dan naar Wally en Betsie van Oirschot die op hun beurt de werkzaamheden opstarten om het insigne vorm te geven. Om een gietmal te krijgen wordt er van klei een moeder insigne gemaakt. Door de (modellen)klei te pletten met een deegrol naar de gewenste dikte kan er middels een CD als snijmal een cirkel uitgesneden worden. Dit is, minus het krimpen van de klei, de uiteindelijke grootte (doorsnee) van het insigne. Hierop wordt de tekening gelegd waarna met een scherp voorwerp de contouren van de tekening worden doorgedrukt. Met een scherp mesje worden de doorgedrukte lijnen nog eens extra nabewerkt. Na zo'n 3 dagen drogen is het model klaar voor gebruik. Dit model wordt nu met tussenpozen laagje voor laagje ingesmeerd met gietrubber om het rubber goed en snel te laten drogen. Na volledige droging kan het rubber van het model afgetrokken worden en is er een gietmal ontstaan voor het modellengips. Nu kunnen de insignes een voor een worden gegoten tot de gewenste oplage is bereikt. Na droging is de volgende stap het spuiten in twee fases van de insignes in de body-kleur. Éérst de achterkant, dan drogen, dan de voorkant en weer laten drogen. Nu worden de vlakken in de gewenste kleuren geverft waarna na droging de tekst met een fijn kwastje wordt aangebracht. Weer moet er na droging van de tekst gespoten worden in de zelfde twee fases maar nu met afdeklak (vernis). Opnieuw laten drogen, een lint erdoor, knoop erin en klaar is kees....uhh Wally....uhh Betsie! PETJE AF!
Het maken van het insigne
Het maken van de Smoorfrêter (pop)
Een jaarlijks terugkomend ritueel is het maken van de Smoorfrêter, het symbool van de carnaval in Bosschenhoofd. De Smoorfrêter staat voor het boerke dat vroeger hier op het arme platte land, voornamelijk heidegebied, werkte en het smoor moest slikken als na droogte de schrale grond door de wind werd meegevoerd. Vandaar ook de naam 'Smoorfrêterslaand' tijdens de carnaval. Elk jaar wordt hetzelfde Smoorfrêter karkas, bestaande uit een draadmetalen frame, opnieuw bewerkt om uiteindelijk aan het eind van de carnaval verbrand te worden, wat een groot festijn is voor de kinderen van Bosschenhoofd. Nu is het traditie dat de heren van de Raad van elluf hiervoor zorgdragen en de dames van de carnavalsgroep meestal de pop afwerken. Maar alle hulp is welkom en dus wordt alles in afstemming met elkaar gedaan. Het frame wordt schoongemaakt en ergens geplaatst waar het werken aan de pop mogelijk is. Hier wordt het frame eerst gevuld met proppen papier om het afbranden te verbeteren. Hierna is de pop klaar om afgeplakt te worden zodat de papierlaag beter plakt op het frame. Na dit afplakken gaan er laag voor laag stukjes krantenpapier op om het uiterlijk te verfraaien. Dit impliceert wel dat de pop telkens droog moet zijn voordat het proces weer verder kan, iets van lange adem dus. Uiteindelijk gaat er als basislaag voor de verf bruin kaftpapier op en moet er weer gewacht worden tot alles kurk droog is voor het verven. Dan kan men gaan lakken en na het drogen gaat de pop na enkele weken werk naar zijn bestemming. Hier zal de pop tijdens de carnavalsdagen trots over zijn land turen maar is uiteindelijke zijn lot toch weer het hellevuur als de carnaval aan zijn eind is !